Een bekend gezicht in een voorbijrijdende tram. Zij ziet mij, maar kijkt niet. Een mysterieuze glimlach speelt er rond haar mond.
De musicus op de fiets ziet mij, en kijkt naar het oneindige. We zijn collega’s in verkeerde tijden. De Cultuurkamer heeft een ster op mijn jas geplakt.
Uko Verhulst 18-6-2020