Het pubermeisje riep mijn naam in gedachten.
Het is een droom, met een open eind. Populair ben ik niet, alleen in mijn gedachten ben ik Jimi Hendrix die een hele menigte in zijn greep houdt. Niet gezien, niet gehoord, uitgekotst niet eens, slechts onzichtbaar ongemak. Als een spook beweeg ik mij door vreemde wezens met hun codes die ik niet begrijp. Ik ben in hun ogen minder dan iets, zoveel begrijp ik ervan. Ik werk aan mijn toekomst, ontkennende wijs: je n’en sais rien…
Uko Verhulst 14-3-2020